Het VNSG Magazine, het vakblad voor alle SAP gebruikers in Nederland en Vlaanderen, verschijnt 5 keer per jaar. PTWEE geeft in iedere editie een praktische tip over testen in een SAP omgeving. Deze tip, van de hand van Henk van de Wardt, geeft handvatten om SAP projecten gestructureerd te testen.
De gemiddelde doorlooptijd voor een SAP project volgens de ASAP-methode is 18 maanden. Daarvan is ongeveer 9 maanden voor de realisation en final preparation fase. In deze periode moeten de deelgebieden inrichting, conversie, interfaces, rapportages en ketenacceptatie (h)erkent worden en in de juiste volgorde worden uitgevoerd. Wordt deze volgorde genegeerd dan is de kans bijzonder groot dat het SAP project in een inefficiënte vicieuze cirkel van testen, hertesten en regressietesten terecht komt. Deze vicieuze cirkel ontstaat doordat wijzigingen in bijvoorbeeld conversie direct effect hebben op de inrichting, interfaces en/of rapportages. Sterker nog, een wijziging in één van de deelgebieden kan direct effect op de andere deelgebieden hebben.
Het optimaal afstemmen van de momenten van opleveren van de deelgebieden met de daaraan gekoppelde functionele testactiviteiten maakt een SAP project tot een succes.
De deelgebieden met daarbij de juiste volgorde zijn in onderstaande figuur weergegeven.
Efficiënt functioneel testen van SAP projecten omvat de volgende deelgebieden:
- Inrichting (inclusief rollen/autorisaties en maatwerk)
- Conversie
- Interfaces
- Rapportages
- Keten Acceptatie
- Productie Acceptatie
Zoals al eerder benoemd dwingt de onderlinge afhankelijkheid deze volgorde af.
- Je kunt pas een volledige en correcte conversie testen als het systeem daarvoor is ingericht. ‘Data moet in een gespreid bedje terecht komen’;
- Interfaces zijn pas volledig te bouwen en te testen als bekend is welke data via welke systemen met bijbehorende interfaces uitgewisseld worden;
- Rapportages kunnen pas goed getest worden als de gerelateerde systemen goed via de interfaces gevuld zijn.
Een juiste volgorde betekent in deze context niet dat alles volledig sequentieel achter elkaar uitgevoerd moet worden. Dit zou een te groot nadelig effect op de doorlooptijd van het project hebben. De kracht zit in een deels simultane en deels sequentiële aanpak. In vakjargon wordt dit ook wel een ‘dakpan planning’ genoemd. Het succesvol afronden van de eerste vier deelgebieden is randvoorwaardelijk voor de ketenacceptatie. De Ketenacceptatie is de finale acceptatietest waarin de SAP-oplevering binnen het volledige applicatielandschap geaccepteerd wordt. Dit is tevens de finale regressietest. In deze fase zouden geen cruciale bevindingen meer gedaan moeten worden. Inrichting, conversie, interfaces en rapportages zijn individueel getest en voor aanvang van de ketentest akkoord bevonden. In bovenstaande figuur is dit moment door de rode stippellijn gemarkeerd. Wordt van deze randvoorwaarde afgeweken, dan verval je gegarandeerd in de eerder genoemde vicieuze cirkel.
In de praktijk komt het regelmatig voor dat er bij de ketentest pas met de juiste rollen en autorisaties getest wordt. Je kunt je voorstellen wat het effect is als in deze fase blijkt dat de inrichting niet in lijn is met de voor het proces noodzakelijke rollen en autorisaties. Vandaar dat bij het testen van de inrichting al met de juiste rollen en autorisaties getest dient te worden.
Onderdeel van de ketenacceptatie is de productieacceptatie. Onder leiding van het project wordt de acceptatieomgeving door de toekomstige beheerders (technisch en functioneel) opgezet en ingericht. Hiermee start eigenlijk de productieacceptatietest.
Niet te onderschatten onderdelen van de productie acceptatie zijn de Load- & Stresstest en de Penetratietest. Plan je deze testen te vroeg dan is het systeem nog niet volledig uitontwikkeld waardoor de test niet representatief is. Plan je deze testen helemaal aan het einde van het traject dan zal na het oplossen van eventuele bevindingen een regressietest uitgevoerd moeten worden. Indien het budget toereikend is moeten deze testen tweemaal uitgevoerd worden. Eenmaal tijdens de integratietest van de interfaces en eenmaal tijdens de productieacceptatietest. Indien het budget maar één Performance- en PEN-test toelaat geniet de voorkeur dit tijdens de ketentest te doen.
Het slim afstemmen van deze teststrategie op de opleverplanning is de taak van de testmanager. Hierin maakt een ervaren SAP testmanager van PTWEE het verschil.